Tandbederf (cariës)
Wanneer je je tanden enige uren niet meer heb gepoetst, dan blijven er bacteriën op het tandoppervlak kleven. Deze laag bacteriën heet tandplaque. Het is een witgelige laag op het gebit, tandvlees en slijmvliezen die zich makkelijk hecht op plaatsen die moeilijk te reinigen zijn: de overgangen van tand naar tandvlees, onder het tandvlees, tussen tanden en kiezen, op de kauwvlakken en op de slijmvliezen.
De voornaamste bron van voeding voor deze bacteriën zijn de suiker en het zetmeel dat u zelf eet. Vooral suiker is gevaarlijk. De bacteriën van de tandplaque zetten de suikers om in zuren die het tandglazuur oplossen. Telkens wanneer u zoetwaren met suiker eet, treedt er een "zuurstoot" op. Wanneer meerdere zuurstoten elkaar gedurende de dag opvolgen, ontstaat er al snel cariës (gaatjes) in de tanden.
Cariës, ofwel tandbederf, verloopt in een aantal fases. Het wordt veroorzaakt door zuren die worden geproduceerd door bacteriën in de tandplaque. Cariës kan worden voorkomen door een goede, dagelijkse gebitsverzorging en door een verstandig eetpatroon.
Het glazuur, de toplaag van de tanden en kiezen, wordt versterkt door fluoride in tandpasta. Het is raadzaam minimaal twee keer per dag minimaal twee minuten te poetsen. Bij kinderen tot 16 jaar wordt, indien wenselijk, bij de periodieke controle extra fluoride op het gebit aangebracht.
Mocht er toch tandbederf optreden wordt dat behandeld of in de gaten gehouden.
Bij het behandelen van tandbederf wordt, desgewenst na het plaatsen van een verdoving, het zieke weefsel met boortjes en schrapers verwijderd en vervangen door (wit) vulmateriaal.